Skip to main content

Kalkafzetting in de schouder

Door een sterk lokale wrijving of overrekking door plots extreem bewegingstrauma met intrinsiek letsel van peesweefsel of repeterende kleine pees traumata of vermoedelijk veel vaker door minder goede stofwisseling kan kalk in het peesweefsel van de schouder gevormd worden.

Deze kalk kan aanwezig zijn zonder dat u er last van heeft. Maar kan bij een verkeerde beweging traumatisch inklemmen. Dit komt, dankzij de kalkafzetting, door verharding en verdikking van de pees tussen de kop van de bovenarm en het dak van het schoudergewricht. Een pijnlijke irritatie/ ontsteking van de slijmbeurs kan het gevolg zijn.

Acute Slijmbeursontsteking als gevolg

Een andere reden van de slijmbeursontsteking (bursitis) kan zijn oorzaak hebben in het zich spontaan verplaatsen van de kalk uit de pees in de slijmbeurs, een chemisch conflict ontstaat, met als gevolg een ondragelijke pijn. Het traumatische contact van de harde kalksubstantie in het peesweefsel en de slijmbeurs in de ruimte tussen het dak van de schouder (acromion) en de kop van de bovenarm  leidt ook tot deze zeer pijnlijke acute slijmbeursontsteking die echter na enkele dagen tot een week spontaan voor een belangrijk deel zal herstellen. De kalk is dan door de impact uit de pees ge-erupteerd en heeft ook dan een pijnlijke chemische reactie met de slijmbeurs tot gevolg. Vaak is er dan mogelijk reeds geïnjecteerd met ontstekingsremmende middelen of heeft u ontstekingsremmers gekregen in de vorm van een tablettenkuur. De klachten kunnen echter ook een chronische vorm aannemen. Shockwave therapie van een specialist kan deze chronische klachten reduceren.

Klachten bij kalkvorming

Als dit beeld acuut optreed zal met name het zijwaarts heffen van de arm nauwelijks mogelijk zijn. Als de ontstoken bursa (slijmbeurs) en de kalk in de weg zitten, loopt het gewricht vast door de opkomende pijn. Vaak zal de patiënt de arm angstvallig tegen het lichaam dragen in verband met die hevige pijn. De schouder kan wat gezwollen en warm zijn. De klachten treden vaker op bij leeftijden tussen de 30 en 50 jaar.